Neerijse Grote Bron

Beschrijving

Dit is sedert tientallen jaren een van de ‘hotspots’ van de Dijlevallei! Zoals vrijwel alle vijvers in de vallei is ook deze vijver, na de Tweede Wereldoorlog, door mensen aangelegd door het uitgraven van een lage dijk rond een voormalig bebost moerassig terrein. De vijver is ongeveer 17 ha groot en heeft een typische L-vorm. Water krijgt de vijver via een aantal bronnen aan de west- en zuidkant van de vijver en onder andere van de zogenaamde ‘Grote Bron’ (rechts van de Nijvelsebaan richting Neerijse, vlak voor de Struikenbosstraat), vandaar de naam. Zoals vrijwel alle vijvers in de regio heeft ook deze vijver slechts een geringe diepte. Het diepste gedeelte, ongeveer 100 cm, ligt aan de noordkant waar ook het afwateringspunt is naar de Leigracht. Aan de zuidkant ontwikkelt zich een rietveld en deze ontwikkeling wordt zo veel mogelijk ondersteund door beheersmaatregelen. De vijver en het aangrenzende Langerodebos zijn sedert enkele jaren een onderdeel van het Natuurreservaat ‘De Doode Bemde’, eigendom van de Vrienden van het Heverleebos en het Meerdaalwoud en van Natuurpunt.

Kenmerkende soorten

Vogels

Heel het jaar door is er altijd wel iets te zien op of rond deze vijver. Vrijwel alle watervogelsoorten die in de vallei voorkomen kunnen ook hier gezien worden! De plas heeft een bijzondere aantrekkingskracht voor Knobbelzwanen maar vroeger, voor de herinrichting van de vijver van Sint-Agatha-Rode, was dit ook de plaats waar in het najaar Kleine en Wilde Zwaan arriveerden. Maar ook diverse futensoorten, reigers, duik- en grondeleenden vinden hier hun gading.
Bij het afvissen van de vijver en bij het droogleggen om de sliblaag te laten ‘inklinken’ is het een droomplek voor allerlei steltlopers en meeuwen. De fraaie Ijsvogel kan men vaak vanuit de hut vlakbij op een overhangende tak zien zitten!

Tijdens de trek komt de Visarend hier graag een visje vangen en ook Grote zilverreigers pleisteren hier vaak, net als af en toe Geoorde futen en in de winter soms Brilduikers en Grote zaagbekken.

Onder de zeldzaamheden die hier reeds gezien werden, vermelden we: Witoogeend, Eider, Topper, Grote zee-eend, Ijseend, Amerikaanse wintertaling en Kuifduiker.

De drassige weiden tussen de parkeerplaats en de Bogaardenstraat vormen ook een interessant gebied. Langs het wandelpad naar de Bogaardenstraat kunnen in het winterhalfjaar Waterpiepers en soms Watersnippen gezien worden.

Andere

Uiteraard leeft er ook een behoorlijke variëteit aan watergebonden insecten zoals libellen. Zo is de Leibeek vlak bij de brug naar de hut een jaarlijkse vaste stek voor de mooie metaalglans- blauwgroene Weidebeekjuffer. De zuiderse Vuurlibel is ook een typische gast op de grote vijver. Met de waterplanten die men typisch op en rond een vijver met deze omvang mag verwachten is het voorlopig veeleer pover gesteld. De jarenlange uitbating als commerciële viskweekvijver laat nog zijn sporen na. Maar er werden reeds beheersmaatregelen getroffen inzake het waterbeheer en het visbestand om geleidelijk naar een heldere en waterplantenrijke vijver te evolueren.

Jacht

Door de vroegere eigenaar werd een langlopende jachtovereenkomst afgesloten voor de vijver. Deze bleef nog geldig tot 2011, maar is nu gelukkig afgelopen. In enkele kleine delen van het gebied, onder andere eigendom van de kerkfabriek van Neerijse, wordt nog wel soms gejaagd.

Bereikbaarheid

Op het einde van de Kleinebroekstraat in Korbeek-Dijle is er een kleine parking. Van daaruit is men op een paar minuten aan de kijkhut als men het wandelpad richting de Doode Bemde volgt. Een andere optie is om de auto achter te laten op een van de parkings langs de Doode Bemde en op de noordelijke wandeling de brug over de IJse te stappen, de kijkhut staat daar aangeduid op een wegwijzer.

Kris van Scharen